Veiligheidsregio voorbereid op lage waterstand

Wat ‘veiligheidsregio’ betekent wordt steeds meer duidelijk. Allerlei crises hebben we afgelopen tijd het hoofd moeten bieden op het gebied van publieke gezondheid en veiligheid voor onze inwoners. De volgende crisis dient zich aan: laag water. 

Afdelingshoofd risicobeheersing Robert Polman is voorzitter van de Gelderse werkgroep Extreme Waterstanden, deze valt onder de Gelderse Commissie veiligheid grote rivieren. Polman: “In het verleden was de naam van deze werkgroep, de werkgroep hoog water. Dat deze is omgedoopt naar extreme waterstanden geeft al aan dat het onderwerp van deze werkgroep niet meer alleen hoogwater is.” De werkgroep bestaat uit de drie Gelderse Veiligheidsregio’s, de Waterschappen, provincie, Rijkswaterstaat en de politie. In de werkgroep is afgesproken dat als het nodig is er een voorbereidend ROT laag water wordt ingericht bij de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) en daarbij sluit onze regio aan. 
In ons Veiligheidsbeeld VGGM is ook thema Water opgenomen. Polman legt uit: “De dienstdoende Operationeel Leider en de Informatiemanager kijken dagelijks in het veiligheidsbeeld om te veranderingen waar te nemen en hierop te acteren.”

Waterschappen 

Als het om water gaat zijn Rijkswaterstaat en de Waterschappen aan zet. Zij houden een droogtemonitor bij. Hierin staan het landelijk en regionaal beeld. Ook staat hierin wat de verwachting is en welke extra maatregelen de Waterschappen en Rijkswaterstaat gaan nemen. Polman legt uit dat er een Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum actief is. “Deze commissie beoordeelt de toenemende risico’s op bovenregionale watertekorten. Daarnaast staan wij in goed contact met de waterschappen die actief zijn in Gelderland.” Onze provincie heeft drie waterschappen: Rijn en IJssel, Vallei en Veluwe en Rivierenland.

De risico’s

Nu het water extreem laag is, zijn er risico’s. Polman: “Grondwater kan zakken met alle gevolgen vandien. Zoals bijvoorbeeld verzakkingen van panden en huizen, maar ook dat je niet meer mag sproeien. De waterstanden in de rivieren kunnen zo laag worden dat dit invloed kan hebben op de kwaliteit en het gebruik van het drinkwater.”
De waterschappen waarschuwen ook voor droogte in de natuur, botulisme, vissterfte en mogelijk een sproeiverbod. Ook moeten minder schepen niet zwaar beladen worden en mogelijk ontstaat stankoverlast in de grote steden. Ook zijn al diverse veerponden uit de vaart genomen. Rijkswaterstaat en de waterschappen houden dit nauwlettend in de gaten en stemmen met ons af als dat nodig is.
Polman vult aan: “Wat zeker ook niet onbenoemd mag worden is het risico op natuurbrand. Natuurbranden scoren hoog in ons regionaal risicoprofiel en heeft een directe link met droogte. Door de droogte in de natuur zijn de brandweer en natuurbeheerders momenteel extra alert. Door de aanhoudende droogte is de kans op een snel uitbreidende natuurbrand namelijk groot. Bijna alle branden in natuurgebieden ontstaan door menselijk gedrag.”